Veel landen ondersteunen investeringen in fossiele brandstoffen in het buitenland via hun exportkredietverzekeraar (EKV). Dit draagt bij aan zogeaamde carbon lock-in, waarbij bedrijven of zelfs landen, om de investering terug te verdienen, zolang als de levensduur is van zo'n project, CO2 blijven uitstoten. Dat gaat vaak zelfs om perioden van decennia. Dit vertraagt de overgang naar hernieuwbare energiebronnen ernstig en is in strijd met met art. 2.1c van de het klimaatakkoord van Parijs.
Dit side-event gaat in op de gevolgen van exportfinanciering voor fossiele projecten in het mondiale Zuiden. Daarnaast worden concrete aanbevelingen gegeven om exportkredietverzekeraars CO2-arm te maken.
Meld je hier aan!
Nederland is klein in oppervlakte, maar heeft een belangrijke rol op het wereldtoneel als het gaat om bijvoorbeeld handel, investeringen, land- en waterbouw. Wat is de impact van al die activiteiten en wat levert het ons en de landen waar ze plaatsvinden op? Aan welke knoppen moeten we draaien om onze voetafdruk te verkleinen? Waar liggen de kansen binnen de politiek?
Vorig jaar op de klimaattop in Glasgow, ondertekende Nederland, samen met 38 andere overheden en instellingen, de zogenaamde Glasgow-verklaring. Met de ondertekening van deze verklaring zegde Nederland toe om per eind 2022 te stoppen met nieuwe directe publieke steun voor de internationale fossiele energiesector. Deze toezegging moet echter nog worden waargemaakt.
Met deze brief roepen 20 maatschappelijke organisaties Nederland op om, voorafgaand aan de Export Finance for Future (E3F) Summit op 3 november, bekend te maken hoe de beloften in de Glasgow-verklaring zullen worden uitgevoerd. De E3F-top is een belangrijke en uitgelezen kans voor Nederland om samen met alle andere E3F-leden de toezeggingen die vorig jaar in Glasgow zijn gedaan, na te komen.
Het recente E3F-transparantierapport concludeerde dat Nederland in de periode 2015-2020 zes maal maal zoveel transacties verzekerde in de fossiele-brandstoffenindustrie als in de hernieuwbare-energiesector. Het ging om 3 miljard euro aan verzekerde transacties in de fossiele-energiesector ten opzichte van slechts 0,5 miljard euro in de hernieuwbare-energiesector. Dit toont aan dat stoppen met Nederlandse exportsteun voor fossiel essentieel is om Nederlands beleid in lijn te brengen met de toezeggingen in Glasgow en met het Klimaatakkoord van Parijs.
Soja, suiker en hout, Nederland en Brazilië varen er wel bij. Duizenden schepen vervoeren jaarlijks miljoenen tonnen handelswaar vanuit de Amazone naar de Rotterdamse haven. Het stroomgebied van Rio Madeira, één van de belangrijkste vaarwegen in het Braziliaanse regenwoud, dreigt overspoeld te raken door brede wegen, grote dammen, nieuwe havens en vervuilende fabrieken. Deze infrastructuur dient de export te stimuleren. Economische ontwikkeling lijkt hier aanzienlijk uit de pas te lopen met sociale en ecologische integriteit. Wat kan Nederland als belangrijke handelspartner van Brazilië hieraan doen? Woensdag 30 september, van 17u30 - 19u30, organiseert Both ENDS een Politiek Cafe in het Nutshuis in Den Haag.
In Manila Bay, een kwetsbaar kustgebied naast de Filipijnse hoofdstad, wordt de bouw van een nieuw vliegveld gepland. Hier is ook de Nederlandse watersector bij betrokken. Lokale maatschappelijke organisaties hebben hun zorgen uitgesproken over dit vliegveld omdat het een grote invloed heeft op het leven van de plaatselijke bewoners en op het ecosysteem.